“Jevy.”
De stem klonk vaag en ver weg, maar was wel waarneembaar. “Jevy!”
Het klonk nu dwingender. Ze gromde en draaide zich op haar andere
zij. “Jevy, ik ben het Lirian.” Ze bleef op haar zij liggen en
fronste haar voorhoofd. Lirian moest glimlachen, ze zag er altijd zo
schattig uit als ze zo keek. Het was een beetje vreemd, maar soms,
als hij haar opzocht, wachtte hij even met haar te wekken en bleef
gewoon even kijken. Niet lang natuurlijk, ze hadden hun tijd nodig om
dingen te bespreken. “Jevy.” Ze werd nog steeds niet wakker.
Langzaam liet hij zijn hand naar haar schouder gaan en schudde hem
een beetje. Ze draaide haar hoofd en keek hem met slaperige ogen aan.
“Lirian?” Ze was duidelijk nog niet helemaal wakker. “Ja, wie
anders?” Hij lachte. Jevy lachte droog mee en kwam langzaam
overeind. “Heey.” Ze keek nog steeds een beetje duf. Lirian ging
naast haar zitten. “Mag ik het plan nog weten?” Ze keek hem
nieuwsgierig aan. “Haha, waarom zou ik hier anders zijn?” Jevy
zweeg even en dacht na over een gevat antwoord. “Gewoon om mij te
zien.” Ze lachte maar hield op toen ze hem aankeek. Zijn ogen leken
de hare te doorboren en diep in haar gedachten te kijken. “Euhmmm,
het plan?” Dat was nogal gênant. “Ja, het plan.” Lirian ging
verzitten zodat Jevy gemakkelijker kon gaan zitten. “Ik dacht aan
de zestiende. Er komen nieuwe kinderen binnen, dus daar zullen veel
bewaarders bij zijn. Ook is het zaterdag dus iedereen zal wel moe
zijn.” Jevy knikte en keek bedenkelijk de donkere kamer in. “Ok,
maar wat is het plan nou precies. Ze werd erg nieuwsgierig. “Luister,
we gaan dus 's nachts, om drie uur als de wacht wisselt, naar de
eetzaal.” Jevy keek hem verbaasd aan. “Wat, hoe wil je dat gaan
doen? Ik weet niet eens hoe jij hier elke avond komt.” Lirian
lachte. “Dat zal je waarschijnlijk ook nooit weten. Nou, heel
misschien in de toekomst, als we ontsnapt zijn.” Daarna ging hij
verder met zijn verhaal. “Maar, we gaan de west poort, omdat de
nieuwe kinderen daar binnenkomen kunnen wij meeliften terug naar
buiten.” “Hoe wil je in die wagens komen, en niet gezien worden?”
Lirian schudde zijn hoofd, daar heb ik allemaal aan gedacht. “Ook
aan de bewakingscamera's?” Jevy had zo haar bedenkingen over het
nogal vage plan van haar vriend. “Allemaal al aan gedacht. De
wagens stoppen vlak voor de deur, en de bewaarders letten nooit goed
op buiten de gebouwen. Over dat niet gezien worden, in de wagens
hebben banken om op te zitten. En jij gaat de komende avonden
schilderen wat al de camera's daar zien.” Hij zat trots te
glimlachen. “Hoe weet jij al die dingen over die wagens eigenlijk?”
vroeg Jevy na een tijdje. Lirian schudde zijn hoofd. “Ik observeer
graag, en soms hoor je wel eens wat.” Hij schoof een beetje naar
achteren. Jevy deed hetzelfde en leunde met haar rug tegen de koude
muur.
Daarna
praatte ze nog een tijdje, tot Lirian weer weg moest. “Ik zie je
morgen.” En hij verdween gewoon. Zonder een geluid te maken was hij
weg. Jevy bleef zich afvragen hoe hij dat toch deed.
Over
twee weken en een dag zouden ze ontsnappen. Lirian had haar laten
beloven het tegen niemand te zeggen. Zelfs niet tegen Kyrma, Conjor,
Sellon en Malar. Het voelde als een soort verraad, tegen haar
vrienden nog wel. Ze wilde dol graag weg, de wereld in. Niet meer
opgesloten zitten, maar het voelde niet zo goed om haar vrienden
achter te laten.
Ze had
in de klas gehoord over de tweede wereldoorlog, die was dan wel
driehonderd negentig jaar geleden, ze vond de verhalen over de kampen
daar verschrikkelijk. Ze wist dat het bij haar veel beter was dan
daar, maar ze vond het nog steeds verschrikkelijk.
Ook de
lessen over de derde wereldoorlog, die vond ze ook maar niets. Die
oorlog was pas honderd en vijftien jaar geleden, maar alsnog waren er
nog mensen die er last van hadden. Bijna de hele planeet was
verwoest. Bijna alles was opgeblazen, er was bijna niets meer over.
En Nu waren er grote sloppenwijken over heel de wereld, beweerde de
docenten en de bewaarders. Toch wist bijna iedereen dat er wel iets
niet klopte aan dat verhaal.
Het
duurde eeuwig voordat de dag voorbij was. In de machinekamers, waar
ze vandaag had moeten werken, was er een jongen van veertien in
elkaar geslagen, zijn pols was gebroken, maar geen bewaarder die er
naar keek of er maar iets aan deed. Gelukkig wist iemand de zuster te
halen. Zij had de jongen verzorgd.
Het
waren dat soort dingen die Jevy weer wat opvrolijkte.
(Well, this is the end of my story. Hope you enjoyed it ;)
Greetz M.)
(Well, this is the end of my story. Hope you enjoyed it ;)
Greetz M.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten