donderdag 12 juli 2012

The little things in life (part V)


Jevy.” De stem klonk vaag en ver weg, maar was wel waarneembaar. “Jevy!” Het klonk nu dwingender. Ze gromde en draaide zich op haar andere zij. “Jevy, ik ben het Lirian.” Ze bleef op haar zij liggen en fronste haar voorhoofd. Lirian moest glimlachen, ze zag er altijd zo schattig uit als ze zo keek. Het was een beetje vreemd, maar soms, als hij haar opzocht, wachtte hij even met haar te wekken en bleef gewoon even kijken. Niet lang natuurlijk, ze hadden hun tijd nodig om dingen te bespreken. “Jevy.” Ze werd nog steeds niet wakker. Langzaam liet hij zijn hand naar haar schouder gaan en schudde hem een beetje. Ze draaide haar hoofd en keek hem met slaperige ogen aan. “Lirian?” Ze was duidelijk nog niet helemaal wakker. “Ja, wie anders?” Hij lachte. Jevy lachte droog mee en kwam langzaam overeind. “Heey.” Ze keek nog steeds een beetje duf. Lirian ging naast haar zitten. “Mag ik het plan nog weten?” Ze keek hem nieuwsgierig aan. “Haha, waarom zou ik hier anders zijn?” Jevy zweeg even en dacht na over een gevat antwoord. “Gewoon om mij te zien.” Ze lachte maar hield op toen ze hem aankeek. Zijn ogen leken de hare te doorboren en diep in haar gedachten te kijken. “Euhmmm, het plan?” Dat was nogal gênant. “Ja, het plan.” Lirian ging verzitten zodat Jevy gemakkelijker kon gaan zitten. “Ik dacht aan de zestiende. Er komen nieuwe kinderen binnen, dus daar zullen veel bewaarders bij zijn. Ook is het zaterdag dus iedereen zal wel moe zijn.” Jevy knikte en keek bedenkelijk de donkere kamer in. “Ok, maar wat is het plan nou precies. Ze werd erg nieuwsgierig. “Luister, we gaan dus 's nachts, om drie uur als de wacht wisselt, naar de eetzaal.” Jevy keek hem verbaasd aan. “Wat, hoe wil je dat gaan doen? Ik weet niet eens hoe jij hier elke avond komt.” Lirian lachte. “Dat zal je waarschijnlijk ook nooit weten. Nou, heel misschien in de toekomst, als we ontsnapt zijn.” Daarna ging hij verder met zijn verhaal. “Maar, we gaan de west poort, omdat de nieuwe kinderen daar binnenkomen kunnen wij meeliften terug naar buiten.” “Hoe wil je in die wagens komen, en niet gezien worden?” Lirian schudde zijn hoofd, daar heb ik allemaal aan gedacht. “Ook aan de bewakingscamera's?” Jevy had zo haar bedenkingen over het nogal vage plan van haar vriend. “Allemaal al aan gedacht. De wagens stoppen vlak voor de deur, en de bewaarders letten nooit goed op buiten de gebouwen. Over dat niet gezien worden, in de wagens hebben banken om op te zitten. En jij gaat de komende avonden schilderen wat al de camera's daar zien.” Hij zat trots te glimlachen. “Hoe weet jij al die dingen over die wagens eigenlijk?” vroeg Jevy na een tijdje. Lirian schudde zijn hoofd. “Ik observeer graag, en soms hoor je wel eens wat.” Hij schoof een beetje naar achteren. Jevy deed hetzelfde en leunde met haar rug tegen de koude muur.
Daarna praatte ze nog een tijdje, tot Lirian weer weg moest. “Ik zie je morgen.” En hij verdween gewoon. Zonder een geluid te maken was hij weg. Jevy bleef zich afvragen hoe hij dat toch deed.

Over twee weken en een dag zouden ze ontsnappen. Lirian had haar laten beloven het tegen niemand te zeggen. Zelfs niet tegen Kyrma, Conjor, Sellon en Malar. Het voelde als een soort verraad, tegen haar vrienden nog wel. Ze wilde dol graag weg, de wereld in. Niet meer opgesloten zitten, maar het voelde niet zo goed om haar vrienden achter te laten.
Ze had in de klas gehoord over de tweede wereldoorlog, die was dan wel driehonderd negentig jaar geleden, ze vond de verhalen over de kampen daar verschrikkelijk. Ze wist dat het bij haar veel beter was dan daar, maar ze vond het nog steeds verschrikkelijk.
Ook de lessen over de derde wereldoorlog, die vond ze ook maar niets. Die oorlog was pas honderd en vijftien jaar geleden, maar alsnog waren er nog mensen die er last van hadden. Bijna de hele planeet was verwoest. Bijna alles was opgeblazen, er was bijna niets meer over. En Nu waren er grote sloppenwijken over heel de wereld, beweerde de docenten en de bewaarders. Toch wist bijna iedereen dat er wel iets niet klopte aan dat verhaal.
Het duurde eeuwig voordat de dag voorbij was. In de machinekamers, waar ze vandaag had moeten werken, was er een jongen van veertien in elkaar geslagen, zijn pols was gebroken, maar geen bewaarder die er naar keek of er maar iets aan deed. Gelukkig wist iemand de zuster te halen. Zij had de jongen verzorgd.
Het waren dat soort dingen die Jevy weer wat opvrolijkte.


(Well, this is the end of my story. Hope you enjoyed it ;) 
Greetz M.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten