ENJOY!!
“Wat
doe jij hier?” Jevy keek de schemering in. Ze wist zeker dat Lirian
in haar kamer stond. “Lirian?” Geen antwoord. Voorzichtig kwam ze
overeind en sloeg de deken van haar benen af. De koude lucht gaf haar
kippenvel. Toch zwaaide ze haar benen over de rand van het bed en ging
recht zitten. “Lirian?” Het bleef nog steeds stil. Jevy wist
bijna zeker dat hij er stond. “Kom op Lirian, dit is niet grappig
meer!” Ze ging nu staan en zette een stap naar voren, het donker
in. De stenen vloer was koud onder haar blote voeten. Langzaam zette
ze nog een stap naar voren. “Lirian, kom op.” Nog een stap en ze
was bij het grote tapijt dat er lag. Jevy probeerde te ontspannen,
maar als er toch gevaar zou dreigen zou ze niet snel genoeg in actie
kunnen komen. Als de verhalen waar waren, dan zou dit misschien haar
einde kunnen zijn. Toch vertrouwde ze op de dagelijkse bezoekjes van
haar beste vriend.
“Lirian,
nu is het echt niet leuk meer.” Jevy zette nog een laatste stap, en
voelde het warme tapijt onder haar voeten. Ze voelde zich iets meer
op haar gemak. Het donker leek niet zo heel donker meer. Het tapijt
stelde haar altijd gerust. Toen ze nog maar vier was hadden de
bewaarders haar geslagen en haar in haar kamer gegooid. Het enige wat
toen in haar kamer lag was het tapijt. Nog geen tekeningen, geen
geschilderde figuren op de muur, zelfs de houten kast stond er nog
niet.
Jevy
zette nog een stap naar voren en keek om zich heen. Het donker sloot
haar in. Ze zag niets, en dat gaf haar een ongemakkelijk gevoel.
Vooral nu, er was iemand in haar kamer. “Lirian!” Nu werd ze echt
pissig. “Kom op, ik weet dat jij het bent.” Ze zette nog een
laatste stap, totdat ze de aanwezigheid van iemand of iets achter
haar voelde. “Lirian?” Nu begon ze toch te twijfelen. Het kon
alsnog zijn dat ze opgehaald werd, zoals al eerder was gebeurt. De
laatste tijd verdwenen een paar kinderen uit het kamp. Niemand wist
hoe het gebeurde, wanneer het gebeurde, en waarom het gebeurde. Niet
dat iemand in het kamp ook maar iets wist wat er gebeurde. Buiten het
kamp althans. Ze werden afgesloten van de buitenwereld. Waar mensen
het volgens de bewaarders nog slechter hebben dan zij. Jevy geloofde
de bewaarders niet, hoe konden de mensen buiten de gigantische muren
het nou slechter hebben. Hier kregen ze twee keer per dag te eten.
Dat klinkt nog niet zo erg, maar het was niet door je keel te
krijgen. Meestal was het een prut van vlees overblijfselen,
waarschijnlijk verrotte groenten, en iets wat op gepureerde
aardappels leek. Het was om te kotsen. Als je de prut niet opat, werd
je meegenomen en kwam je meestal met gebroken botten terug. Dan werd
je naar de zuster gebracht. Zij was de enige die nog een beetje
begrip had voor de situatie.
Nadat
je je ontbijt had gehad, werd je naar de hal geroepen en kreeg je je
rooster voor die dag. Jevy werd meestal naar de machine kamers
gestuurd, of naar de stenen slijpers. Als ze geluk had, mocht ze naar
het atelier. Helaas gebeurde dat alleen als de bewaarders tevreden
over haar waren, en ze hard genoeg had gewerkt. Jevy wist dat haar
schilderijen naar de mensen buiten de muren gingen en dat het geld
dat ze ermee verdiende naar de anderen gingen. Niet eens naar de
bewaarders, zij stonden al ver boven de kinderen in het kamp. Het
geld ging naar de anderen, de hogere mensen. Er deden veel verhalen
de ronde over de anderen. Maar een paar mensen hadden ze ooit gezien.
In wit en zwarte pakken en zwarte brillen. Ze liepen altijd
overdreven recht, alsof ze niet van vlees en bloed waren. Daardoor
ontstond het gerucht dat ze robots waren, maar er waren maar een paar
die dat geloofde.
Jevy
bleef stil staan. Nu voelde ze zelfs een warme adem in haar nek. Ze
zei niets meer, bang om te verraden dat ze bang was. Een hand legde
zich op haar schouder. Hij voelde warm aan. Jevy haalde opgelucht
adem en draaide zich om.
“Ik
wist wel dat jij het was.” Ze glimlachte, hoewel ze wist dat
niemand het echt zou zien. “Haha, tuurlijk.” Ze hoorde zijn
vertrouwde stem. “Ik meen het,” zei ze. “Jaja, ik geloof je
wel.” Zijn stem klonk plagerig. Jevy porde hem zodat hij niet meer
zo flauw zou doen. “Maar, ik moet iets met je bespreken.” Nu
klonk zijn stem serieus. Dat was iets wat maar zelden voorkwam. “Wat
dan?” Jevy liep op de tast langs hem af en ging zitten op haar bed.
Ze voelde dat hij naast haar kwam zitten. “Nou, ik heb een manier
bedacht om te ontsnappen.” Ze hoorde hem nauwelijks omdat hij zo
fluisterde, maar toen ze doorhad wat hij precies had gezegd hapte ze
naar adem. “Wat?! Hoe dan? Waar? Wanneer?” Haar nieuwsgierigheid
nam met de seconde toe. “Rustig, rustig. Ik zal een brief
schrijven, die geef ik je morgen vlak na het ontbijt als je je mag
opkleden voor de dienst.” Hij stond weer op. “Ok, dan zie ik je
morgen.” “Tot morgen.” Jevy bleef nog even zitten nadat Lirian
geruisloos haar kamer had verlaten. Daarna sloeg ze de deken weer
over haar heen en legde haar hoofd zachtjes op haar versleten kussen.
Langzaam sliep ze in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten