woensdag 11 juli 2012

The little things in life (part IV)


Meneer T liep voorin de klas heen en weer met zijn handen op zijn rug. Een jongen uit Jevy's klas had zijn papieren pas net op tafel liggen en keek schichtig zijn richting in. Meneer T stopte met heen en weer lopen en draaide zich richting de jongen, die bedroefd naar beneden keek. De docent kuchte en de jongen stak zijn handen twijfelend naar voren, met de palmen naar boven gericht. Meneer T liep naar het blauwe veld dat als bord diende vooraan in de klas en pakte de plastic lat die ernaast stond. Jevy keek naar beneden toen ze zag dat Meneer T de lat hier. Even later hoorde ze een harde knal en de jongen die schokkerig adem haalde. Pas na een paar seconden opende ze haar ogen weer en keek weer naar voren. “Nog iemand?” vroeg Meneer T op kille toon aan de klas. Niemand antwoordde, of maakte geluid. Iedereen hield zijn adem in tot hij zich omdraaide om de lat weg te zetten. “Vandaag, mormels, gaan we het hebben over de economie.” Hij bleef door praten op zijn kille, verafschuwende manier. Nadat hij dat had gezegd stikte hij op het bord en een lange tekst verscheen. “Jullie gaan die drie keer overschrijven, en als je dadelijk binnen een half uur niet klaar bent...” Hij maakte zijn zin niet af, maar iedereen in het lokaal wist wat er dan gebeurde.
Jevy schreef zo snel, en leesbaar als ze maar kon. Nog tien minuten en ze was op de helft van haar derde keer. Dit ging ze wel halen, maar een paar mensen in haar klas hadden wat problemen met overschrijven. Die kregen dan meestal weer slaag van de plastic lat.
Zo, leg allemaal jullie papieren op tafel.” Meneer T stond op van zijn bureaustoel en wachtte tot iedereen zijn potlood neer had gelegd en de papieren open op tafel had gelegd. Hij begon langs de rijen te lopen. Iedereen waar hij langs was gekomen haalde opgelucht adem en ontspande zijn of haar spieren. Ergens in het midden stond hij stil, bij een meisje. Zij was een van de kinderen die moeite had met het overschrijven van dingen. Ze droeg al een bril, maar dat hiep niet echt. Met gebogen hoofd keek ze naar haar tafel en mompelde een verontschuldiging. “Het spijt je?” Meneer T keek haar met een giftige blik aan. “Het spijt ja?” Zijn stem klonk spottend. Het meisje legde haar handen op tafel, en Meneer T haalde de plastic lat te voorschijn. Weer keek Jevy niet toe hoe het meisje op haar handen werd geslagen, daar kon ze gewoon niet tegen. Het was oneerlijk, ze zouden haar moeten helpen met schrijven en lezen in plaats van haar afranselen.
De rest van de les waren er nog zeker vijf andere kinderen geslagen, het minste deze week. Op dinsdag waren het er in totaal zelfs eenentwintig. Woensdag waren het er elf geweest, gisteren vijftien, en vandaag gelukkig maar zeven.
De bel klonk door het gebouw en Meneer T verliet het lokaal zonder hen ook maar een blik waardig te gunnen. Jevy stopte haar spullen weg en ging naast haar tafel staan. Daarna schoof ze haar stoel aan, vlak voordat de bewaarders binnenkwamen. Alle twintig stonden ze naast hun tafel tot de bewaarders hen wenkte dat ze mee mochten komen.
Zonder een woord te wisselen werden ze naar de eetzaal gebracht en daar achter gelaten. Zij waren een van de laatste, dus toen Jevy bij haar vaste tafel aankwam zat de rest er al te eten van hun prut.
Hoi,” zei Conjor. Jevy ging ook zitten. “Heey.” Ze pakte haar lepel en schepte hem vol met prut. “Hoe was jullie dag?” Kyrma leunde wat naar voren, over haar eten. “Redelijk,” antwoordde Sellon. Malar antwoordde hetzelfde. Conjor haalde zijn schouders op en zei: “Zoals gewoonlijk.” Lirian daarentegen zei niets. “Lirian?” Sellon keek vragend naar zijn vriend. “Lirian?” Hij tikte hem aan. “Huh, wat?” Lirian keek zijn vrienden een voor een verduft aan. Ze moesten lachen. “Hoe was jou dag?” vroeg Kyrma nog een keer. “Oh, niets bijzonders. Ik heb wat schrammen opgelopen door een bewaarder, maar het is niet ernstig.” Jevy schudde haar hoofd. “Het ziet er wel pijnlijk uit.” Ze nam nog een hap van haar prut en keek toen over haar linker schouder. Er stond een bewaarder in de hoek die naar hen zat te gluren. Dat soort dingen deden ze wel vaker, waarschijnlijk hadden ze niets beters te doen.
Een paar minuten later ging de bel weer, en ieder vertrok naar zijn kamer om z'n douche spullen te halen. Jevy pakte schoon ondergoed een een schone pyjama broek en T-shirt uit haar kast en stopte die in haar douche tas. Daarna liep ze samen met Kyrma naar de meisjes douches. Ze koos een hokje uit en liet het warme water over haar schouders spoelen. Die dag was ze niet zo vies geworden. Ze pakte wat shampoo uit de fles die aan de muur hing en waste haar haren.
Terwijl ze de zeep uitspoelde sloot ze haar ogen en dacht na. Wat zou Lirian's plan zijn om te ontsnappen. Zelf kon ze niets bedenken. Er was nog nooit iemand ontsnapt. Of het werd hen gewoon niet verteld, dat kon ook.
Na het douchen trok ze haar schone kleren aan, stopte haar vieze in haar tas en liep haar hokje uit. Kyrma stond net bij de deur naar de gang en Jevy liep op een drafje naar haar toe. “Wacht even,” zei ze. Kyrma wachtte en opende de deur toen haar vriendin naast haar stond. Onderweg naar hun kamers kletste ze nog even en namen toen afscheid. “Slaap lekker.” “Welterusten,” antwoordde Jevy en zwaaide haar gedag. Ze opende haar deur en liep naar binnen. Het blauwe veld maakte geen enkel geluid toen het sloot. Ze legde haar vieze kleren in de wasmand die over twee dagen bij de waskamers ingeleverd zou moeten worden. Daarna pakte ze een potlood dat ze ooit uit haar lokaal mee had genomen en een stuk papier uit het atelier. Ze begon met de eerste potlood streek op het papier. In haar fantasy vormde zich al een beeld van een prachtige lelie. Na drie kwartier stond de bloem in grove lijnen op het papier. Na een kwartier waren de juiste schaduwen toegevoegd en was haar tekening af. Deze zou ze naar buiten sturen. Eens in de zoveel dagen maakte ze een tekening en vouwde er een vliegtuigje van. Als de wind goed stond zou het stuk papier over de muur zweven en aan de andere kant terecht komen. Hoewel Jevy niet wist wat er mee zou gebeuren gaf het haar een gevoel van vrijheid. Als ze de volgende dag dan weer wakker werd, was het gevoel weer weg, door de regels en te veel structuur.
Het vliegtuigje was achter de muur verdwenen, dus Jevy liep naar haar deur en zette die op nachtstand. Dan gaf het blauwe krachtveld geen licht meer, maar als je het aan zou raken, zou je het wel voelen. Ook was het nu helemaal niet doorzichtig meer. Normaal kon je er nog een beetje doorheen kijken, alsof het van glas was, maar nu niet meer.
Jevy sloeg de dekens om en ging op haar bed liggen. De zon was al verdwenen, dus het duurde nog maar een paar uurtjes voordat Lirian tevoorschijn zou komen. Die paar uurtjes zou ze nog even slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten